Ik zal mijn eenvoudig denkpatroon opbiechten: als ik een oude dame/heer zie lopen over straat, dan denk ik: 'zo'n kleur rollator heb ik niet eerder gezien,' of: 'wat een kwiek dametje/heer'. Ik denk nooit: 'Die dame/heer loopt hier nu wel met een krom ruggetje en een slakkengang maar was vijftig jaar geleden vast een ontzettend soepele danseres of succesvolle zakenman.'
Het is gewoon best lastig om in een rimpelig gelaat met witte haren de voorbije jeugd te zien.
Ik verwacht overigens ook niet als iemand de wallen onder mijn ogen en de grijze sprieten in mijn haar ziet, denkt: 'die vrouw was vast ooit helemaal de bink met haar groene Vespa Piaggio.'
Maar goed. Nu over mijn oma.
Ik zag mijn oma zo'n drie keer per jaar. Anders dan vriendinnen die elke zondag bij hun oma op bezoek gingen - en doordeweeks ook nog hun grootmoeder zagen omdat ze bij hun in de straat woonde, bivakkeerde mijn oma op twee uur rijden van ons vandaan.
Tweede kerstdag, tweede paasdag en rond haar verjaardag in september zag ik haar.
Mijn oma droeg een bloemetjesjurk, dikke bruine kousen en beige veterschoenen met gaatjes. Ze had een vrijstaand huisje met een fikse tuin: een kippenhok, een druivenkas, een appelboom en een moestuin. Ze zei nooit zoveel, niet tegen mij in ieder geval, maar dat hoefde ook niet. Het was gewoon prima om een dagje bij haar rond te hangen.
Verder wist ik niet zo veel over mijn oma.
Tot nu.
Mijn oma was twintig in de roaring twenties. Ik vond een foto van haar uit die periode, liet verschillende kwartjes vallen en reconstrueerde haar jonge jaren.
Vrouwen nemen in de jaren twintig – nadat er in Europa miljoenen jonge mannen zijn gesneuveld in de Eerste Wereldoorlog – meer en meer deel aan het arbeidsproces. Ze willen daarom gemakkelijke kleding dragen.
In Noord-Brabant zijn in het begin van de jaren twintig de rokken nog lang, zeker op het platteland, maar in de stad, in Roosendaal, komt daar langzaam maar zeker verandering in. Eerst komt de roklengte nog tot de enkels, maar al snel gaat de hoogte opwaarts. Een zakachtige rok die met een band bijeen gehouden wordt is in de mode. In 1925 raakt de zoom nog net de knie, maar twee jaar later bevindt deze zich zelfs boven de knie.
De jongedame, die later mijn oma zal worden, koopt een grammofoon - zo'n platenspeler met een enorme toeter -, knipt haar haren kort, laat haar onderbenen zien en gaat uit dansen. Ze is jong, eindelijk onder het juk van haar vader vandaan, zelfstandig - want een eigen slagerij -, en zorgeloos. Ze droomt over haar toekomst, zoals elke twintiger dat doet.
Mijn oma is al 23 jaar dood, maar ik leer haar steeds beter kennen.
Daar ben ik blij om.
En ik kijk sinds kort anders naar oudere mensen. Er gaan wat verhalen verscholen achter rimpels en lichamelijke ongemakken. Dus pas maar op beste oudjes, ik zou er zomaar eens naar kunnen vragen.
Wat een heerlijke ontdekking!
BeantwoordenVerwijderenHele leuke blog over de ouder wordende mens met een terugblik naar hun (oma) jongere jaren.De mode die jij beschrijft zie ik nu terug in de prachtige kostuumdrama Downton Abbey.Één van de dochters heeft haar lange haren laten inkorten tot een bob kapsel.Heel vooruitstrevend in die tijd ☺
BeantwoordenVerwijderenOh goede tip van Downton Abbey. Ik had nog niet gekeken. Ga ik doen!
VerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
Verwijderen