Verhaallijn staat. Personages zijn bekend. Research doen. Even kijken. Wat heb ik nodig?
Iets over onvruchtbaarheid -> ik check even een kennis die gynaecoloog is.
Iets over architectuur -> ik check even wat vrienden die Bouwkunde studeerden.
Iets over een weggelopen kind -> ik check even de nicht van een ex van een vriendin, die rechercheur is.
Iets over een junk -> .....
Mijn inner circle zweeg toen ik een rondje deed. Ken je een junk? Zelf wel eens wat gebruikt? Verslaafd geweest? Nee, niet een sigaret of een keertje paddenstoel/joint/pilletje, maar het echte werk: snuiven, spuiten, langere termijn.
Niemand gaf gehoor.
Over op het stappenplan:
1. Check Google over verslavingen
2. Observeer een junk
3. Interview een junk
4. Word zelf een junk
Ik stopte na 1. Niet omdat ik de vervolgstappen gênant vond en ik domweg niet durfde, maar dankzij twitter. Good old twitter. Ik had namelijk een nieuwe volger. Studiegenoot J.
Ooit - een vervlogen herinnering ebde terug - zaten J. en ik aan de bar en dronken we bier. J. trok zijn mouw omhoog en liet me de binnenkant van zijn arm zien; gaten. Kleine zwarte cirkeltjes.
Goh, zei ik, niet begrijpende wat ik zag, met mijn zeventien jaar groen.
Tsja, zei hij.
Pas dagen later realiseerde ik me wat ik had gezien. J. verscheen toen al niet meer in de studiebanken.
Vorige week had ik contact met J. Hij was een brave huisvader geworden. Een architect. Met een moestuin. Ik kon het toeval niet bevatten: hij was mijn hoofdpersoon, van vlees en bloed.
Ik heb J. niets verteld over zijn gelijkenis.
Het maakt me toch geen biet uit zo'n thriller, hoorde ik hem zeggen. Mijn hoofdpersoon leest namelijk alleen architectuurboeken.
En dat klopt.