Posts tonen met het label afscheid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label afscheid. Alle posts tonen
Precies een jaar geleden hield ik het eerste exemplaar van Polderpioniers in mijn handen.
Onwerkelijk gaaf.

Twee weken later, op de boekpresentatie, overhandigde ik mijn vader dat exemplaar. Hij had me tenslotte gevraagd het verhaal van zijn familie op te schrijven.

Het werd een jaar vol positieve recensies, mooie interviews, fijne lezingen, en een 2e, 3e en 4e druk - maar het beste waren de ontmoetingen met verloren familieleden en met lezers die hun opgerakelde herinneringen met me deelden.

Een jaar is voorbij en mijn vader is er niet meer. Onlangs kreeg ik uit zijn naam een ring. Nu heb ik een boek én een knoop in mijn handen: een perfecte combinatie wat mij betreft.

Polderpioniers Zeeuwse Knoop

Het begon deze zomer. Ik kwam op het spoor van Assepoester.
Assepoester slipper
Ergens - dichtbij, want de slipper was nog stofloos en glimmend - hinkelde een dame rond, verward, misschien wel verdrietig om haar verloren muiltje. Fascinerend. Want hoe verlies je nou zomaar een slipper? Dat merk je toch meteen: één voet op een leren zooltje met zilveren bandjes en één voet op de hete keien van Kroatië.

Heel lang gebeurde er niets. Ik was de slipper eigenlijk allang vergeten. Totdat het december werd en er overal bewijzen opdoken van verloren maatjes. Stille getuigen van één warme hand en één koude. Brrr. Zielig ook.
Verloren handschoen
Vergeten handschoen
Handschoen kwijt

Verloren handschoenen bleven maar voor me opdoemen. Elke keer werd ik overvallen door de eenzaamheid ervan. Soms informeerde ik naar de verlorenvoorwerpenbak of legde ik de handschoen op een andere plek, in de hoop het blikveld van de eigenaar te bereiken. 

Maar eerlijkheidshalve: ik vergat de eenlingen ook weer.

Tot vandaag. Want vandaag kwam ik een verloren maatje tegen waar ik aan blijf denken. Zijn eigenaar loopt - of kruipt - vast snikkend rond, wanhopend wellicht, want met wie moet hij nu alles - zijn geheimpjes, de warmte van zijn bed en zijn snottebellen - delen? 

Intens verdrietig vond ik het. Dat lieve olifantje met die blauwe tuinbroek. Helemaal alleen in een ondergrondse garage.

Ik heb de knuffel opgepakt, het stof eraf geveegd en hem onder een felle TL balk neergezet. In de spotlight. En in dit blog. In de hoop zijn maatje zo snel mogelijk te vinden. 

Verloren knuffel
De deur schuift dicht.
En ik sta buiten.
Plof.
Daar ligt de last.
Gewoon op de stoep.
Van mijn schouders af gevallen.

Niet achterom kijken nu.
Rug recht.
Kin omhoog.
Voorwaarts mars.
Naar een nieuwe baan.

Zin in.

zin
Geen UWV Werkmap meer voor mij. Morgen is mijn eerste werkdag.

@Tussenjouenmij vroeg me of deze nieuwe baan naar mijn zin was of ingegeven door de malle molen. Dat was echt een hele goede vraag.

Malle molen

Want vrij zijn - zo heb ik het afgelopen jaar ontdekt - is helemaal niet echt vrij zijn. Niet van 'lekker lanterfanten', 'uitslapen' of 'we zien wel wat de dag brengt'. Vrij zijn - werkloos zijn - is een malle molen.

De bedoeling was, heel terecht - want ik zat op de WW-zak te teren -, dat ik snel weer een baan vond. Dus solliciteerde ik.

Dat betekende: zoeken zoeken zoeken naar passende functies, bellen, brieven schrijven, juichen bij een uitnodiging, vragen en antwoorden voorbereiden, bus/trein-verbinding uitzoeken, opvang regelen, opgewekt en scherp een gesprek voeren, wachten aan de telefoon, jubelen bij het doorgaan naar de tweede ronde of balen bij een afwijzing, aanvullende workshops en/of presentaties doen en assessments en persoonlijke analyses doorstaan. Vervolgens weer wachten bij de telefoon. En twijfel: is dit nu echt wat ik wil?

Nee toch, ik wilde schrijven toch.
Ja.
Dus dat deed ik. Heel veel. Tussen het solliciteren door.
En ondertussen deed ik ook nog een heleboel dingen waar ik normaal niet aan toe kwam: Ik zette de badkamer, een bed, een stoel en een bureau strak in de verf. Ik leefde gezonder dan ooit: elke ochtend 5 zonnegroeten, water met citroen bij het ontbijt, en volgde een injectietherapie tegen allergieën. Ik kon zomaar op donderdagochtend op kraamvisite, midden op de dag naar de bieb of tennissen en de bus van het schoolreisje uitzwaaien én binnenhalen.

Mooie molen

En - wat ik zo graag wilde: ik schreef Blauwdruk af en begon aan #boek3.

Een mal en mooi jaar.
& toch werd ik af en toe overvallen door, tsja, hoe zal ik het zeggen, iets van .... eenzaamheid? Of rusteloosheid? Ik weet het niet. Er knaagde iets - en niet alleen vanwege die sollicitatieverplichting, die malle molen.

Ineens hoorde ik het mezelf zeggen: 'Ik wil bij een clubje horen.'
(ja, ik vond het zelf ook een beetje gek klinken, maar ik meende het echt)

En zo geschiedde. Er was een clubje waar ik bij wilde en gelukkig, dat clubje wilde ook mij. Contract getekend - UWV uitgezwaaid, tennis naar het weekend verschoven, nog een laatste klodder verf op de muren, schrijfuren blokken in de avonduren - en gaan.

Het is alsof ik nu, de laatste dag vóór mijn eerste werkdag, in de rij voor de zweefmolen sta - met al een beetje licht gevoel in mijn buik en een giechel in mijn keel. Morgen stap ik in. Dan hoop ik niet alleen bij een leuk clubje te horen, maar ook inspiratie op te doen, zo in dit nieuwe levensgebeuren. Voor dit blog, voor #boek3, #boek4, #boekx. Want ik blijf schrijven, gewoon in de avonduren zoals eerder. Van zweefmolens krijg ik namelijk ontzettend veel energie.

Malle molen

Ik heb er zin in.
Kijk eens Lonely Planet: een speciale doos op zolder is toegewijd aan jou. Gaat met elke verhuizing gewoon weer mee.

Lonely Planet

Je bent voor mij meer dan een reisgids, Lonely Planet. Je bent een houvast in mijn backpackersbestaan. Mijn blauwe bijbel.

Oh. Wacht even. Zei ik 'bent'? Ik bedoel 'was'.
Want wat een desillusie had ik deze vakantie te pakken.
(en laat ik even vooropstellen, dat heeft niets te maken met dat mijn backpackersleven al tijden terug is ingeruild voor een Volvo gezinswagen inclusief dakkoffer)

Het ging deze vakantie helemaal niet goed tussen mij en mijn nieuwe Lonely Planet:

Lonely Planet

De handleiding voor mijn zwervend leven had een nieuw design te pakken; de glossy foto's hadden plaatsgemaakt voor een saai blauw/zwart binnenwerk, de index verwees maar naar een paar plaatsnamen ipv een heleboel interessante plekjes en de kaartjes van de Natural Parks waren verdwenen. Ik bleef bladeren en bladeren, tureluurs werd ik ervan. Hoe moest ik bij Natural Park Huppelepup komen? Waarom werd dat leuke idyllische strandplaatsje niet genoemd? En haar grotere zus tien kilometer verderop ook al niet? En dat boottochtje? En dat je waterschoentjes nodig hebt?

100% reviewed stond er op de cover. Dat bleek iets te grondig voor mij.

Mijn bijbel was een doolhof geworden. De teleurstelling. Alsof je grote liefde je na een jarenlange verkering ineens vertelt dat je uit elkaar bent gegroeid, terwijl je zelf daar nooit iets van gemerkt hebt. Boos propte ik de Lonely Planet helemaal onderin mijn nieuwe koffer op wieltjes (want mijn ouwe trouwe rugzak bleek beschimmeld en eigenlijk ook heel onhandig voor een megapak luiers).

En toen las ik Maaike's column, over een vakantie 'waarin je je kinderen wilt laten beleven hoe leuk je vroeger zelf op vakantie ging', met een Lonely Planet en een rugzak.

Ze schreef: Alles is tenslotte vergankelijk. En daarbij besefte ik: en ik ben geen backpacker meer.

En zo viel ik van mijn geloof, vouwde de doos met Lonely Planets dicht en schoof hem in het hoekje van de zolder. Voor ooit nog eens. Misschien.
Nou, daar ga je dan. Hup in de envelop. Naar het postkantoor. Doei!
Met losse schouders en een licht gevoel in mijn buik fiets ik terug naar huis. 
En dan wordt het avond en treedt de leegte in.

Mijn manuscript is onderweg naar een manuscriptbeoordelaar. Ergens tussen belastingenveloppen en reclamefolders in ligt mijn dierbare werk te wachten om morgen in de juiste brievenbus te belanden. Ik zit thuis en heb een hele avond niets te doen. Ik zou de moestuin kunnen rooien of een vriendin bellen, of die grasvlek uit mijn witte broek kunnen boenen maar ik loop alleen maar rusteloos rondjes.

Ik ben slecht in afscheid nemen. Ik hou niet van dag zeggen, van gezoen, van standaard beloftes als we bellen! Alleen al herinneringen aan afscheid nemen maken me ongemakkelijk en schaamtevol.

*) Op stage in Sydney. Mijn huisgenoten zouden me naar het station brengen om me uit te zwaaien naar Schiphol. Ik loog over mijn vertrektijd en verliet het huis toen iedereen nog sliep. Het was koud en donker op Delft CS, en ook wel eenzaam. In mijn tas vond ik een cassettebandje met de favoriete muziek van mijn huisgenoten. Op het doosje stond: we weten wel dat je er stiekem vandoor bent.

*) Mijn oma. Zij 90, ik 17. De sterkste vrouw van de wereld lag met magere wangen in bed. Ze zei 'het is mooi zo'. Ik zei 'waag het niet' en rende weg, het verzorgingstehuis uit, de parkeerplaats op. Mijn tante vond me tussen twee auto's en probeerde me over te halen. Maar ik durfde niet meer naar binnen. Een dag later deed mijn oma verbaasd haar ogen open toen de dokter zei dat ze was overleden. Zij kon ook niet zo goed afscheid nemen. Een week later was het wel zover.

*) De eerste schooldag van mijn oudste. Hand in hand liepen we door de gang naar haar klas. Een nieuwe broodtrommel, een luizencape, trillende handen. We huilden allebei en ik probeerde - te midden van dertig kleuters - flink te zijn. De juf zette mijn dochter op een stoel. Ze krijste en graaide naar mij en ik trok haar handen van me af. Pas op de vierde dag verliet ik met droge ogen de school.

Maar goed, even terug, we hebben het wel over een manuscript. Een ding zonder vitale organen of wilsbeschikking. Een papieren stapel A4 met zwarte inkt, opgemaakt volgens de richtlijnen van de manuscriptbeoordelaar. Drie weken is het pak papier uit logeren. Een draaglijke periode omdat ik weet dat het terugkeert (inclusief rode markeringen). En het moet. Ik heb feedback nodig. Anders kan ik niet verder. M. Hinrich zei ooit: Afscheid is de deur naar de toekomst. 

Dus oké dan. De stage in Sydney verrijkte me en mijn kind is inmiddels dolgelukkig op school. Alleen mijn oma, dat afscheid had echt niet gehoeven.

manuscript