Posts tonen met het label sport. Alle posts tonen
Posts tonen met het label sport. Alle posts tonen
Als het weer en de tijd het toelaat en als ik geen andere afspraken heb, pak ik mijn fiets en rijd ik naar mijn werk: 21 kilometer heen en 21 kilometer terug. Op een 'gewone' stadsfiets (inclusief loodzware fietstassen, ducttape om de kettingkast en een jasbeschermer die aanloopt). 

Ellebogen op de handvatten en trappen maar. 

Fiets Marian

Ondervonden wetmatigheden bij dit woon-werk verkeer zijn:
- Een gesloten mond voorkomt insecten in de luchtpijp/slokdarm. 
- Wind tegen op de heenweg betekent niet automatisch wind mee op de terugweg.
- Koeien, eenden en schapen gaan voor. Ook als ze van links komen.
- De prachtige route* brengt een intens geluksgevoel teweeg.

Al trappende legde ik mijn fietsgeluk vast:

Fietspad schapen

Fietsroute

Punt op de horizon

Koeien steken over

Bosweg

Reiger stijgt op

Lakenvelder

Door het bos

Bij Leersum

Wuivende paardenstaarten

Op de fiets

(* = Leersum-Amerongen-Elst-Rhenen-Wageningen en terug)
Over voetbal? Ja. Er zit me namelijk iets vreselijk dwars.

Ik ben opgegroeid met zondagavond-7uur-bordopschoot-stilzijn-studiosport. Ik ben zeker vijf jaar verliefd geweest op Bennie Wijnstekers en daarna vijf jaar op Wim Kieft. Ik heb mijn - uiteindelijke - grote liefde ontmoet tijdens het EK 2000. Ik heb tientallen keren geblauwbekt op een tribune van een voetbalstadion. Ik heb - in al mijn bescheidenheid - recht van spreken.

En ik durf te stellen dat voetbal de meest A-CREATIEVE sport allertijden is.

Zo.

Gisteren bijvoorbeeld: Barcelona - Bayern Munchen. Terwijl manlief en de rest van twitterland juichend de acties van de miljoenenkostende spelers beoordeelde, gaapte ik, en nog eens. SAAAAI.

Ik zag niks nieuws.

gras voetbal

Natuurlijk kan Messi goed voetballen en de rest van het veld ook. Strakke assists, sterke cirkelpressie, doordachte passes. Allemaal waar.

Maar ik verveelde me dood.

Op het voetbalveld gebeurt al decennia lang elke keer precies hetzelfde. Dat de spelregels niet veranderen (in tegenstelling tot bijvoorbeeld schaatsen of hockey) durf ik niet te veroordelen (al doe ik dat natuurlijk wel - flikker toch op met je buitenspel en die extra minuten speeltijd), maar dat de sport door een team altijd op dezelfde manier wordt uitgevoerd is buitengewoon SLAAPVERWEKKEND.

Twee voorbeelden:

Misschien maar de helft van alle doeltrappen komt terecht bij een medespeler, die de bal dan maar moeilijk meteen onder controle krijgt. Alle andere keren heeft de tegenstander de bal te pakken. Balverlies dus. Waarom dan toch altijd die doeltrap? WAAROM? Is een doordachte - jahaa hersens gebruiken - opbouw van achteren dan zo tijdrovend? Het zou zoveel meer spelvariatie geven.

De hoekschop is altijd een lange trap naar een groepje voetballers die zo'n beetje vanaf de penaltystip naar het doel rennen en - met dichte ogen! - proberen de bal in het doel te koppen. Nooit eens gewoon lekker een een-tweetje naar een medespeler en dan de bal achterlangs verleggen en de verdediging uitspelen of een afstandsschot. NOOIT!

tactiek

Altijd weer hetzelfde.

Goed. Dat zit me dus dwars.

En ik verwacht heus niet dat Koeman en Van Gaal hun tactiek wat creatiever gaan insteken na het lezen van dit blog. Dit blog gaan ze ook helemaal niet lezen. Dat weet ik allemaal wel.
Maar ik vind het wel fijn dat jij de moeite genomen hebt.

Dankjewel.
Ik voel me al een stuk beter.
Ik had het in eerste instantie ook niet zo snel gezien hoor, die gelijkenis tussen Andy Murray en mezelf.

Nee, ik bedoel niet dat tennisracket, dat nakijken van de bal - vol spanning, met open mond -, of die rossig-bruine krullen.

andy en ik

Wat Andy en ik delen is een briefje.

Andy Murray schreef een briefje aan zichzelf vlak voor de kwartfinale van de Rotterdam Open. Hij legde het op een tafeltje naast zijn stoel, om er tijdens de pauze steeds even naar te kijken.


Fascinerend. Een tennisser in de top van de wereldranglijst die zichzelf scherp houdt met een briefje.

Tennis is, zo weet ik sinds die ene wedstrijd die ik ooit speelde en met 6-0 6-0 verloor, een eenzame sport, ongeacht het aantal toeschouwers. Bij mijn wedstrijd op het achterste baantje kwam niemand kijken, als Andy speelt wel. Duizenden mensen in het stadion, en met een beetje geluk - miljoenen via de televisie, volgen elke beweging, en al die uren dat Andy tegen die bal aan staat te meppen, praat hij met niemand. Met NIEMAND!

Net als ik.

Afgelopen week was NIEMAND gerechtigd tegen me te praten. Ik had mijn eigen grand slam finale te winnen tegen mezelf, namelijk de laatste check van mijn manuscript. Ik had focus nodig en concentratie en een briefje.


Het lijstje met aandachtspunten hielp me door mijn manuscript heen, net zoals het briefje op de tennisbaan Andy steunde.

Nu is mijn manuscript af en daarmee is het briefje nutteloos geworden, maar ik bewaar het toch, als een soort talisman. Andy won Wimbledon en de US Open, en ik weet: #boek3 wordt geweldig.

Allemaal dankzij dat briefje. 
'Mama, wil je me leren schaken?'
'Ja hoor.' (glunder)

Daar gaan we.

Les 1: 
'Dit is de opstelling.'
'Net als bij voetbal.'
'Elk stuk kan iets anders.'
'Net als bij voetbal.'
schaken
'Schaken is een denksport.'
'Dat is niet bij voetbal.'


Les 2 
'Je wint als je de koning van de ander pakt.'
'Cool.'
'Dat heet schaakmat. Kijk zo. Speel je gelijk dan heet het remise.'
'Net als bij Thomas de trein.'
schaken


Les 3 
'Wit begint, zwart wint.'
'Hoe weet je dat nou?'
'Zo zeggen ze dat.'
'Dan ben ik zwart.'
schaken


Les 4
'Niet klieren. Serieus kijken. Dat hoort ook bij schaken.'
 schaken
'Nee! Niet zomaar de stukken pakken! Hier jij.'
'Niet omgooien!'
schaken
'Nee! Nee! Nee!'
...
...
...
'Ik ben het paard.'
'Ik een toren.'
'Ik de koning.'
...
Vanaf de buitenkant is mijn huis gewoon wit. Niets bijzonders. Niet anders dan normaal. Maar binnen spreidt een oranje vlek door het huis, steeds groter en groter, totdat alles - alles - bedolven is door Nederlandse trots en hoop.

Oranje overal
Op de vensterbank

Oranje overal
Wassen wassen wassen

Oranje overal
Stilleven (bovenop de kapstok)

Oranje overal
Knutsel-eet-klets-en-tekentafel

Oranje overal
Elke avond voetballen in de tuin

Oranje overal
We hebben normaal nooooit sinaasappels

Oranje overal
Loombandjes in de badkamer

Oranje overal
Op de bank, op de vloer, op de WC.  Overal!

Oranje overal
Een knutseldingetje - vermoed ik - op de slaapkamervloer

Wat een mooie kleur eigenlijk. Om blij van te worden. Van mij mag de oranje-rommelzooi nog drie weken blijven, of langer, als het helpt.
Pfff ik plof even neer. Ik heb net - zo huppakee - 40 minuten hard gelopen. En lekker! Wauw. Het gelukshormoon suist door mijn lijf. Het gezeik van ik heb geen zin, ik wil niet, ik vind er niets aan, bonk, bonk, bonk, met die zware gympen op de keien is weg uit mijn hoofd.

Vorige week rende ik nog hijgend en mopperend amper twintig minuten. Ik kreeg dat gezeik geen seconde uit mijn hoofd. Terwijl ooit (jaaaa ooit - in de tijd dat er hier nog geen kinderen rondliepen) rende ik marathons (New York 2002 en Rotterdam 2004), en vond dat prima te doen.

Ik ren nu omdat ik moet. Omdat ik me heb laten overhalen om met zes vriendinnen mee te doen aan de meidenloop in Utrecht, eind juni lekker voldaan een terrasje pakken na afloop, weet je wel.
Het kan me niets schelen als ik als laatste over de streep kom, maar ik wil niet dat ik dat huilend van de ellende doe. Dat gebeurde me ooit eens, vier maanden na een keizersnede en in een borstvoeding-bh bleek een 5 km-loopje toch iets te ambitieus.

Ik heb daarna gezworen nooit meer hard te lopen. Want behalve dat gehuil aan de finish, kreeg ik van al dat lopen een krakende knie en ingevallen wangen. (en bleek ook nog eens dat die tig verzamelde medailles helemaal niet mooi in een kerstboom hangen)

Maar goed. Ik ben dus om. Vanwege dat terrasje. Zonder Evy trainingsmaatje, zonder Runnersworld magazine, en zelfs zonder mijn i-pod met veel Queen en George Michael en als afsluiting in de Hardlopen-playlist natuurlijk Eye of the Tiger. Ja, zo voel ik me nu een beetje, als Rocky, zoals hieronder: