Posts tonen met het label lef. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lef. Alle posts tonen
Ik stuitte op een verhaal. Op een geheim. Een indrukwekkend geheim dat ik je niet wil onthouden.

Het verhaal begint met een meisje genaamd Margaret.

Margaret Bulkley wordt in 1789 in Cork, Ierland, geboren. Als zij en haar moeder Mary Ann Barry in de steek worden gelaten door haar vader, verhuist ze met haar moeder naar Londen om in te trekken bij haar oom, de kunstenaar James Barry.

Margaret wil gouvernante worden, maar ze mist de juiste referenties om een baan te krijgen. Samen met haar oom James komt ze tot een alternatief carrièreplan: ze zal arts worden.

Er is wel een probleem. Aan het begin van de negentiende eeuw is een opleiding tot arts alleen weggelegd voor mannen. Als haar oom overlijdt weet Margaret met een list haar plan toch uit te voeren: in 1809 knipt ze haar haren kort, ruilt haar jurk in voor een broek, neemt de naam van haar overleden oom, James Barry, aan en begint een medische studie aan de Universiteit van Edinburgh.

James Barry
James Barry - Margaret

Ze is klein, heeft een zachte stem en gladde huid, maar is ook vastberaden. Als iemand opmerkingen maakt over haar uiterlijk daagt ze diegene uit voor een duel en daarmee weet ze elke twijfel weg te nemen. Ze wordt ingeschat als homoseksueel, als hermafrodiet of als jongeman waar de puberteit geen grip op heeft gekregen.

James is succesvol in haar misleiding: in 1812 voltooit ze haar medische opleiding.

James werkt als legerarts bij o.a. de slag bij Waterloo en wordt daarna uitgezonden naar Zuid-Afrika. In Kaapstad verricht ze de eerste geregistreerde keizersnede op het continent. De baby wordt naar haar, James, vernoemd. In 1828 vertrekt James van Kaapstad naar Malta waar ze helpt om een cholera-uitbraak in te perken. Kort daarna wordt ze bevorderd tot medisch inspecteur voor het Britse leger. Ze werkt in verschillende Engelse koloniën en verhuist in 1857 naar Canada, waar ze de levens- en werkomstandigheden van soldaten verbetert.

Al die jaren wordt ze vergezeld door John, een dienstbode uit Jamaica, en een hond met de naam Psyche.

James Barry
James, John en Psyche

Op 25 juli 1865 overlijdt James aan dysenterie. Bij het afleggen van haar lichaam komt, na zesenvijftig jaar, de waarheid aan het licht. James Barry is een vrouw. Het Britse leger ontkent alles en verzegelt haar gegevens voor meer dan 100 jaar.

Ik ben zo onder de indruk van haar.

Ze heeft, in een tijdperk waarin de carrièremogelijkheden voor vrouwen minimaal zijn, haar droom verwezenlijkt.

Wat een doorzettingsvermogen.
Wat een gedrevenheid.
Wat een heldin.
Wat een geheim.

Ongelooflijk.



------ Foto's via http://gilliantreacy.com ----
(Ik was op een reken-wiskundecongres – iets met mijn werk – en kwam daar een foto tegen van de eerste vrouwelijk wiskundige. Ik was gefascineerd, zocht haar levensverhaal op en dacht elke regel weer: wat een tof wijf.)
Tatjana Aleksejevna Afanasjeva (Татьяна Алексеевна Афанасьева) werd geboren op 19 november 1876 in Kiev. Na het overlijden van haar vader, die hoofdinspecteur was bij de keizerlijke Russische spoorwegen, werd ze grootgebracht door haar oom en tante in St Petersburg.

Tatjana wilde maar een ding: wiskunde studeren. Maar in Rusland mochten vrouwen geen studie volgen aan de universiteit. Tatjana volgde daarom een lerarenopleiding en nam aanvullende wiskunde-en natuurkundelessen.

Tatjana Aleksejevna Afanasjeva

Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ook wiskundebloed. Tatjana besloot, toen ze 25 was en alle beschikbare wiskundecursussen voor vrouwen gevolgd had, om verder te studeren in Göttingen, in Zuid-Duitsland. De Georg August Universiteit was namelijk HET instituut voor wis-en natuurkunde. Ze leerde in een paar maanden vloeiend Duits, en raakte bevriend met de Oostenrijkse natuurkundige Paul Ehrenfest, met wie ze publicaties van andere vakgenoten en heel ingewikkelde wiskundematerie uitwisselde en bediscussieerde.

Telkens weer wachtte Paul op Tatjana bij de bijeenkomsten van de wiskundeclub, maar ze kwam nooit. Toen hij er achter kwam dat Tatjana niet werd binnengelaten omdat ze een vrouw was, werd hij ziedend en zorgde – na eindeloze discussies met de wiskundemannen – dat het reglement aangepast werd.

Hun vriendschap ontwikkelde zich naar meer. In 1904 trouwden Paul en Tatjana.

Drie jaar later keerden ze terug naar St Petersburg, waar – volgens de Russische wet – een huwelijk tussen twee personen met verschillende geloven niet erkend werd. De Joodse Paul mocht niet samenwonen met de Russisch-orthodoxe Tatjana, tenzij ze allebei afstand zouden nemen van hun geloof. Dat deden ze.

Daar in St Petersburg, in de stad waar ze was opgegroeid, begon Tatjana een nieuwe didactiek te ontwikkelen voor meet-en wiskunde. Het werd haar levenswerk.

In 1912 werd Paul gevraagd om professor aan de Universiteit van Leiden te worden. Hij accepteerde en Tatjana ging met hem mee op voorwaarde dat ze haar eigen huis mocht ontwerpen. Ze kreeg haar zin.

Ehrenfest huis Leiden

Tatjana werkte nauw samen met haar echtgenoot. Ze publiceerde boeken en artikelen in het Russisch, Nederlands en Duits over onderwerpen als thermodynamica, kansrekening, statische mechanica en meetkundeonderwijs voor kinderen. Ze had kennis, was pienter, ambitieus en kritisch.

Tatjana organiseerde workshops voor docenten om ze mee te krijgen in haar pedagogische inzichten, scherpte haar bevindingen aan en publiceerde in 1924 haar eigen didactische methode. Aanvankelijk kreeg ze veel kritiek, maar gaandeweg werden haar ideeën steeds vaker overgenomen en uitgevoerd. Tatjana’s werk werd de basis voor de wiskunde van nu.

Paul en Tatjana kregen vier kinderen, waarvan een zoon het downsyndroom had.
In 1933 voltrok zich een tragedie – niemand weet waarom: Paul schoot zijn gehandicapte zoon dood en pleegde daarna zelfmoord.

Tatjana overleefde haar echtgenoot dertig jaar. Ze stierf op 14 april 1964, op 87-jarige leeftijd in Leiden, zonder te weten dat in de jaren erna miljoenen Nederlandse kinderen met haar didactiek wiskunde zouden leren.
Denk je erover om in 2015 je boek zelf uit te geven?

Goed plan!

Gaaf!

Je bent een held!

OK & nu ter overweging - ik deed het in 2014 - enkele tips.

1. Wees stressbestendig.
Je maakt namelijk een carrièresprong van schrijver naar schrijver-opmaker-redacteur-vormgever-uitgever-marketeer. Alles wat besloten moet worden, en ook uitgevoerd moet worden, komt op jouw schouders terecht. Dat is heel gaaf, maar ook een gevalletje heel veel werk. Blijf ademen. Dat is - uiteindelijk - het belangrijkste.

2. Zorg voor tijd.
Veel tijd. Vanwege dat vele werk, maar ook vanwege de doorlooptijd. Een reguliere uitgever heeft een catalogus en plant de uitgave van haar boeken volgens de verschijningsdata daarvan. Jij kunt veel sneller je boek in de markt hebben - als alles goed gaat -, maar omdat het de eerste keer is dat je een boek uitgeeft gaat ongetwijfeld niet alles in een keer goed.
Van Blauwdruk had ik bijvoorbeeld 3 proefexemplaren nodig voordat ik helemaal tevreden was.

3. Lees en leer.
Volg het forum op schrijvenonline.org en lees hoofdstuk 13 van Handboek voor schrijvers van Maaike Molhuysen. Leer van ervaringen van diegene die je voorgingen door op twitter en facebook andere zelfuitgevers te volgen en lijstjes als dit (en ook hetboekenschap.nl, boekschrijven.nl, daretoo.nl) door te spitten.

4. Promoot promoot promoot.
Zeg Ja tegen alles als het om promotie van je boek gaat. Benader de plaatselijke boekhandels, kranten en bibliotheken, laat je interviewen door de basisschool in je wijk, ga op zoek naar leesclubs en stel je voor aan Facebook-groepen en Bloggers die jouw genre waarderen. Natuurlijk zorg je voor een geweldig persbericht dat je naar alle relevante media stuurt en bel je dat ex-vriendje van twintig jaar geleden dat journalist/radiopresentator is geworden.
& verder zeg je Ja Ja Ja tegen elk initiatief dat je wordt aangeboden.

5. Zie het als een groot avontuur.
Maak je geen illusies. Er zijn succesverhalen over zelfuitgegeven boeken, de Sonja Bakkers, maar het zijn er niet veel. Het kan wel. Stel realistische doelen, doe je best, ga ervoor en droom. Maar bovenal geniet van dit avontuur, want oh, (zie tip 6...)

6. Wees trots. 
Het grote verschil tov het uitgeven via een reguliere uitgever is dat je alles zelf kunt controleren en overzien. Je kunt zelf bepalen hoe je boek eruit komt te zien, wat de titel is, hoeveel pagina's het telt en wat de prijs wordt. Je weet precies naar wie je een recensie-exemplaar hebt gestuurd, en van wie je dus een recensie kunt verwachten. Je weet ook precies hoeveel boeken je verkoopt.
Je hebt alles zelf gedaan; die carrièresprong, die tijdsinvestering, die keuzestress. Bikkel!
& je gaat zoveel gave reacties krijgen - zoveel dat je denkt: het was het waard. Zeker weten. Wees trots. Het is echt supermegavetgaaf dat je dit durft.

Blauwdruk Maria Rijk

Nieuw boek! Daar is 'tie dan, ein-de-lijk. Over bevallingen gesproken ... (daar zou je zo een heel blog over kunnen schrijven - oh wacht dat deed ik al, hier en hier). Maar nu zijn alle weeën, stressssssituaties en blinde paniekaanvallen ver weg en ligt er een echt boek.*


Fragmentje:

Een leeg bed, een openstaande kledingkast, stilte in huis. Ik ren de trap af, haar jas is weg, ik duik onder de kapstok, geen roze rugzak. Ik roep haar naam, maar krijg geen antwoord. In de woonkamer niet, in de keuken niet. Ik ren weer naar boven, open de badkamerdeur, trek de vlizotrap naar beneden en gil in het gapende gat van de opbergzolder. Niets. Geen Katja.

Een dag voor haar veertiende verjaardag loopt de dochter van Ellen van huis weg. ‘Ik ben naar mijn vader toe,’ sms’t ze. Maar Ellen heeft Katja nooit verteld wie haar vader is. Als haar dochter erachter komt wie hij is, en werkelijk naar hem toe gaat, zal ze groot gevaar lopen. Ellen wil alles doen om Katja te beschermen, maar elk spoor naar haar dochter loopt dood.

Waar is Katja? En hoe vertelt Ellen haar dochter ooit de waarheid over haar afkomst?

*(nog tien dagen en dan is Blauwdruk er voor iedereen - ook als e-book!)
Amy (9) schreef afgelopen week - kinderboekenweek - dit verhaal:

Er waren eens een broertje en een zusje. Ze hadden veel lol met elkaar. Op een dag was het Halloween en toen gingen ze verkleed. Het zusje als heks en het broertje als spook. En die avond gingen ze op pad.

Ze belden bij de buurvrouw aan. Die deed open.
'Aaaaah!' Ze schrok zich een hoedje. Maar toen moest ze lachen. Ze gaf het lieve broertje en zusje een zakje met snoepjes.
Het broertje en zusje zeiden, 'dankjewel,' en zo gingen ze de hele straat door. Elke keer schrok er wel iemand en elke keer zeiden ze 'dankjewel'.

Toen ze genoeg snoep hadden gingen ze naar huis. Ze renden heel hard en toen ... boem! Het zusje struikelde over een steen. En toen nog een keer ... boem! Het broertje struikelde over het zusje.
'Wééééééé!' Huilend kwamen ze thuis.
'Onee,' zei mama, 'willen jullie een pleister?'
'Ja.' zeiden het broertje en het zusje in koor.

Toen ze hun pleisters hadden opgeplakt, gingen ze eten.
En als toetje een snoepje.

Pompoen Halloween

Het was wat dub-en-denkwerk maar de beslissing is gemaakt: #boek2 komt er.

Het manuscript Blauwdruk ligt al een jaar op de plank.
Nu moet het van die plank af en een echt boek worden. Zo een waar je in kunt bladeren.

Dat is best een ding zo'n boek maken. BraveNewBooks helpt me een stukje op weg, maar verder moet ik het zelf doen. Een ware carrière-move, want naast auteur ben ik nu ook redacteur, vormgever en uitgever.

Waar ik mee bezig ben?

- Lettertype, lettergrootte en interlinie bepalen. Een meetlat en talloze voorbeeldboeken liggen hier op de vloer. Het betekent instellen, van WORD naar PDF omzetten, printen en vergelijken.

Opmaak boek

- Tekstuele oneffenheden glad strijken. Ook al is het manuscript al door tien mensen gelezen en gecheckt, dan nog staat er 'schikken' ipv 'schrikken'. Vreselijk frustrerend. Ik moet nog een keer een redactiecheck (laten) doen.

- Afbreekstreepjes. De tekst op een pagina wordt 'uitgevuld'. Als er daardoor te veel witruimte in een regel ontstaat moet er bij het eerste woord op de volgende regel een afbreekstreepje komen. Dat lijkt heel eenvoudig. En dat zou het ook zijn, als WORD en PDF daar onderling wat afspraken over hadden gemaakt zodat het niet keer op keer verspringt. GRMBL.
auteursfoto
- De omslag. Beeld en uitstraling heb ik. Het wordt een supergave voorkant. Maar dan die achterkant, een hoofd-breken: de achterflaptekst, en nog veel erger: DE auteursfoto.

Het is wat hoor, dat zelf uitgeven. Vooral heel tof om te doen. Om eigen baas te zijn. Om alles zelf te mogen bepalen. Om heel veel te leren. Om straks heel blij te zijn als het eerste proefexemplaar door de postbode wordt bezorgd. Misschien volgende week al.

En dan ga ik mijn carrière verder uitbreiden met de functie van marketeer en verkoper. De volgende belangrijke move. En daarna - ooit, echt ooit - een keertje op tijd naar bed en uitslapen.
Niet doorvertellen.

Mijn grootvader heeft de wet overtreden, doelbewust nog wel.

En niemand weet ervan. Tot nu. Dit is zijn verhaal.

Het derde kind van mijn opa, een meisje, wordt geboren op 14 augustus 1936. Mijn grootvader is compleet van slag. Wat een ongelukkig moment.

Ik zal zijn probleem uitleggen.

Stel je 1936 voor in een rooms-katholieke gemeenschap in Groningen. Mijn opa leidt de basisschool in het dorp. Hij is daardoor een bekend gezicht in de gemeenschap, iemand die het goede voorbeeld geeft en zijn kinderen streng in het gelid houdt.

15 augustus is Maria Tenhemelopneming, een katholieke feestdag. De dag ervoor moet er gevast worden. Op 14 augustus dus.

Mijn opa is ten einde raad: hoe moet zijn dochtertje later haar verjaardag vieren als er niets lekkers gegeten mag worden?

Hij wacht een nachtje. Hij kijkt nog eens in de wieg en zucht. Zet zijn hoed op, trekt zijn beste jas aan en gaat naar het gemeentehuis. Het is 15 augustus 1936 als hij de ambtenaar vertelt dat hij aangifte van een geboorte wil doen.

'Naam?' vraagt de ambtenaar, 'en naam van de ouders?'
Mijn grootvader antwoordt.
'Geboortedatum?'
'15 augustus.'
'Vanochtend?'
Mijn opa knikt. 'Heel vroeg vanochtend.'

En zo geschiedde. Mijn opa loog - na een afweging tussen zijn keurig voorbeeldschap en de liefde voor zijn kind - over de geboortedag van zijn dochter en onze familie kreeg daarmee een geheim.

Elk jaar op 15 augustus vier ik de verjaardag van mijn moeder. En op 14 augustus denk ik aan mijn opa - die ik nooit heb gekend: wat een held. (en wist hij veel dat we jaren later nooit meer iets deden aan die feestdag Maria Tenhemelopening ...)

Maria Tenhemelopening

'Schaamteloze zelfpromotie is noodzakelijk voor een schrijver,' sprak Ronald Giphart de lokale schrijvers in de plaatselijke bieb toe.

Natuurlijk, dacht ik.
(ik was een van de lokale schrijvers)
En daarna - met 't schaamrood op de konen - : dat durf ik helemaal niet.

Maria Rijk thriller Dieptepunt

Schaamteloze zelfpromotie is bijvoorbeeld een boekwinkel in lopen en vragen: 'hebben jullie mijn boek al?' (en het boek dan met een nonchalant gebaar op de balie leggen en daar hartstochtelijk over vertellen, net zo lang totdat de boekhandelaar zegt: 'ik leg wel een stapeltje op de toonbank neer')

Die ene keer dat ik dat probeerde was de verkoopster buitengewoon kortaf en vertrok ik met mijn staart tussen de benen weer naar buiten. Nooit meer.

Schaamteloze zelfpromotie is een overtuigende boekpresentatie houden en zonder trillende stem een stukje voorlezen voor publiek (publiek! oh de gruwel!).

Die twee keer dat ik dat durfde (of er eigenlijk niet onderuit kon) werkte ik eerst een dubbele espresso en twee glazen wijn naar binnen. Of ik verstaanbaar was? Geen idee. Ik lazerde nergens van af in ieder geval.

Schaamteloze zelfpromotie is bewust de media opzoeken: de juiste personen bij kranten, tijdschriften en DWDD stalken met sterke argumenten waarom nou net mijn boek gerecenseerd moet worden.

Alsof mijn boek beter is dan het boek van iemand anders.

Nee (klein piepstemmetje van binnen), nou niet bescheiden zijn. Natuurlijk is mijn boek het beste. (piepstem klinkt luider) Natuurlijk ben ik een begenadigd schrijver. (nog harder) Kom maar op schaamteloze zelfpromotie, we starten nu. (slaat met vuist op de tafel)

Maria Rijk thriller Dieptepunt
En dus:
- ga ik de mevrouw van de boekhandel niet meer boos aankijken maar vriendelijk groeten en zorgen dat ik een gezellige band met haar opbouw. De volgende keer komt ze er niet onderuit.
- leer ik mijn elevator pitch voor #boek2 en #boek3 uit mijn hoofd. Om deze zelfverzekerd (en zonder alcohol of cafeïne) uit te dragen aan wie het maar wil horen. En luisteren zul je.
- ga ik iedereen die ik ken bij kranten, tijdschriften en andere media (toegegeven, dat is er precies 1) benaderen om te vertellen over mijn schrijfplannen. En waag het niet om het niet te plaatsen.

Mijn eerste stap in schaamteloze zelfpromotie heb ik inmiddels achter de rug. Ik heb Ronald Giphart aangesproken en #boek1-'Dieptepunt' in zijn handen geduwd. Bravo.

(Nou ja eigenlijk deed mijn driejarige dat. Die kan het namelijk niets schelen wat mensen van hem denken.)
Ik sta op de muur. Het uitzicht is indrukwekkend; groene heuvels waar de muur kilometers lang doorheen slingert, daarboven de blauwe lucht en een felle zon. Een schoonheid met een geschiedenis. Duizenden mensen stierven tijdens de bouw van de muur. Hun lichamen zijn opgenomen door de vlakte. En hier sta ik, twintig jaar oud, te midden van vroegere wreedheid en hedendaagse trots. De wereld aan mijn voeten. Waarom moet ik nou huilen?

Chinese muur

Ik loop verder over de muur. Als ik om kijk zie ik in de verte kleine figuren lopen. Ze dragen bontgekleurde kleding; rood, paars, goud. Het contrast met de grauwe stenen is groot. Langs de muur lopen twee kamelen met me mee. Voor de zoveelste keer deze reis streep ik in mijn hoofd een geleerde stelling weg: kamelen komen niet alleen in de woestijn voor. Mijn hoofd is vol met flarden indrukken, voller dan het ooit geweest is. 

Ik moet op mijn billen het steile stuk af. Hier zijn geen trappen of rechte tegels meer. De wachttorens zijn ingestort. Ik leg mijn hand op het warme steen en kijk naar de kamelen. Hun heupen wiegen de waterbulten op hun rug zachtjes heen en weer. Achter de kamelen verschijnt een dorp. Een smalle weg leidt naar een groep kleine huizen, waarvan de daken weerkaatsen in de zon en zo een gouden aura over het dorp vormen. Ik kijk naar beneden, zucht diep en wroet met mijn bergschoenen tussen de verpulverde stenen. Een dikke traan valt op het gruis. 

Ik draai me om en laat mijn hand langs de richel glijden. De stenen - door de wind en regen zacht afgerond - geleiden me over het grijze wandelpad. Het dorp verdwijnt en de felgekleurde figuren worden groter. Op mijn lippen proef ik een mengeling van zout en zonnebrandcrème. Geluiden van toeterende bussen en schreeuwende mensen komen dichterbij. Straks zal ik weer opgenomen worden door de toeristische mensenmenigte. Ik veeg de tranen van mijn wangen en haal mijn neus op. Die vervloekte malariapillen.

China man
Hij heeft Parkinson.

Zo.
Nu weet je het.
Nu hoef je niet meer te zeggen dat hij er zo slecht uitziet.
Nu hoef je niet meer te vragen of het wel goed met hem gaat.
Natuurlijk gaat het niet goed.
Hij heeft Parkinson.
Al tien jaar.

Het is die stomme rotziekte die zijn handen laat trillen, die zijn bewegingen vertraagd en die een uitdrukkingsloos masker op zijn gezicht achterlaat.

Kijk voorbij dat masker.
Kijk voorbij die ziekte.
Praat met hem.
Lach met hem.
Echt.
Het is nog steeds dezelfde man.

Mijn vader.


stilte parkinson

Pfff ik plof even neer. Ik heb net - zo huppakee - 40 minuten hard gelopen. En lekker! Wauw. Het gelukshormoon suist door mijn lijf. Het gezeik van ik heb geen zin, ik wil niet, ik vind er niets aan, bonk, bonk, bonk, met die zware gympen op de keien is weg uit mijn hoofd.

Vorige week rende ik nog hijgend en mopperend amper twintig minuten. Ik kreeg dat gezeik geen seconde uit mijn hoofd. Terwijl ooit (jaaaa ooit - in de tijd dat er hier nog geen kinderen rondliepen) rende ik marathons (New York 2002 en Rotterdam 2004), en vond dat prima te doen.

Ik ren nu omdat ik moet. Omdat ik me heb laten overhalen om met zes vriendinnen mee te doen aan de meidenloop in Utrecht, eind juni lekker voldaan een terrasje pakken na afloop, weet je wel.
Het kan me niets schelen als ik als laatste over de streep kom, maar ik wil niet dat ik dat huilend van de ellende doe. Dat gebeurde me ooit eens, vier maanden na een keizersnede en in een borstvoeding-bh bleek een 5 km-loopje toch iets te ambitieus.

Ik heb daarna gezworen nooit meer hard te lopen. Want behalve dat gehuil aan de finish, kreeg ik van al dat lopen een krakende knie en ingevallen wangen. (en bleek ook nog eens dat die tig verzamelde medailles helemaal niet mooi in een kerstboom hangen)

Maar goed. Ik ben dus om. Vanwege dat terrasje. Zonder Evy trainingsmaatje, zonder Runnersworld magazine, en zelfs zonder mijn i-pod met veel Queen en George Michael en als afsluiting in de Hardlopen-playlist natuurlijk Eye of the Tiger. Ja, zo voel ik me nu een beetje, als Rocky, zoals hieronder:

KoornmarktAan de Koornmarkt in Delft staat een oud bierhandelaarspand. Het was ooit mijn studentenhuis.
Mijn huisgenoten studeerden allemaal aan de Technische Universiteit, vol van verwachtingen en dromen over prachtige bouwsels en slimme uitvindingen. Ik heb in die paar jaar in dat huis nog nooit zoveel koffie, speculaas en macaroni met smac naar binnen gewerkt, terwijl de mooiste ideeën over tafel vlogen.

We zijn elkaar een beetje uit het echte oog verloren, maar social media blijkt onze redding te zijn. Elke keer ben ik weer verrast door een statusupdate van deze keurig op tijd afgestudeerde ingenieurs.

Net ontdekte ik op Linkedin dat de werktuigbouwstudent, de jongste van ons allemaal, zijn titel aan de wilgen heeft gehangen en snowboardinstructeur geworden is.

Het stilste meisje in huis - technische bestuurskunde - werd een high socialite in de UK, die nu haar dagen doorbrengt met aan cocktails nippen, polo spelen (dat met paarden ja) en daar foto's van op Facebook zet.

De blonde productontwerper uit Colombia keerde terug naar zijn geboorteland - want die Nederlandse meisje zijn zo saai en het is hier veel te koud - en werd leraar aan een kunstacademie. Op Instagram zet hij de meest geweldige foto's voor me klaar.

De civiele ingenieur - een rasamsterdammer - werd professioneel tangodanser - wow. Op Facebook nodigt hij me steeds weer uit voor een dans. Binnenkort ga ik.

En het meisje met de langste benen ter wereld, die eigenlijk gebouwen moest ontwerpen, schrijft en dicht en vertelt over gebouwen, en combineert daarmee al haar liefdes in een.

De Lineaire Algebra en Mechanica college's zijn wat weggezakt bij mijn huisgenoten, maar ze hebben allemaal iets gevonden waar ze dolgelukkig van zijn geworden. En ik word dan weer heel blij van hun statusupdates.

Dus dat ben ik geworden: gelukkig.

En jij? Ben jij geworden waar je opleiding je op voorbereid heeft?