Posts tonen met het label historie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label historie. Alle posts tonen
'Mama, wil je me leren schaken?'
'Ja hoor.' (glunder)

Daar gaan we.

Les 1: 
'Dit is de opstelling.'
'Net als bij voetbal.'
'Elk stuk kan iets anders.'
'Net als bij voetbal.'
schaken
'Schaken is een denksport.'
'Dat is niet bij voetbal.'


Les 2 
'Je wint als je de koning van de ander pakt.'
'Cool.'
'Dat heet schaakmat. Kijk zo. Speel je gelijk dan heet het remise.'
'Net als bij Thomas de trein.'
schaken


Les 3 
'Wit begint, zwart wint.'
'Hoe weet je dat nou?'
'Zo zeggen ze dat.'
'Dan ben ik zwart.'
schaken


Les 4
'Niet klieren. Serieus kijken. Dat hoort ook bij schaken.'
 schaken
'Nee! Niet zomaar de stukken pakken! Hier jij.'
'Niet omgooien!'
schaken
'Nee! Nee! Nee!'
...
...
...
'Ik ben het paard.'
'Ik een toren.'
'Ik de koning.'
...
Altijd al willen weten waarom Pêche Melba Pêche Melba heet en Melba toast Melba toast?

Dacht ik al.

Ik ook. En ik heb het voor je uitgezocht:

Helen Porter Mitchel wordt in 1861 geboren in Melbourne. Ze is de oudste van zeven kinderen uit een succesvol aannemersgezin, en als ze zes is krijgt ze haar eerste zang-en pianoles. Helen blijkt talent te hebben.

Ze is populair in de 'society' vanwege haar pianospel en zang. Helen trouwt, krijgt een zoon, wordt door haar man verschillende keren in elkaar geslagen en vraagt na een jaar een scheiding aan.
Een paar maanden later debuteert ze als professioneel operazangeres.

Op zoek naar wereldfaam vertrekt ze naar Londen en zingt in 1886 voor het eerst in Princes' Hall. Het is geen succes. Teleurgesteld gaat Helen naar Parijs om les te krijgen van de beste zanglerares van de wereld, Mathilde Marchesi die, als ze Helen hoort zingen uitroept: 'Ik heb een ster gevonden. Eindelijk!'

Marchesi adviseert Helen een artiestennaam aan te meten. Het wordt Melba, een verbastering van haar geboorteplaats Melbourne. 

De zangdocente krijgt gelijk. Nellie Melba wordt een grote ster; eerst in Frankrijk en dan in de rest van Europa, in Amerika en natuurlijk in Australië. 

In 1893 zingt ze in Wagner's opera Lohengrin in Londen's Covent Garden. Het is een triomf. De Duke of Orleans viert de concerten met een diner in het Savoy Hotel, waar de Franse chef-kok Auguste Escoffier een nieuw dessert verzint voor de populaire zangeres: Pêche Melba.

De Pêche Melba voor Nellie wordt geserveerd in een zilveren schaal. Een ijssculptuur van een zwaan staat, gevuld met perziken, op een bed van vanille roomijs. Het geheel is gedecoreerd met dunne slierten karamel.

Wauw.

In 1897 is Nellie weer in het Savoy. Escoffier serveert haar Toast Marie -vernoemd naar de vrouw van zijn baas- en hernoemt deze per direct naar de zangeres. (Hij schijnt verliefd geweest te zijn....) Vanaf nu heet de dunne knapperige toast Melba Toast. 

Er schijnen nog twee gerechten door Auguste Escoffier naar Nellie vernoemd te zijn. Melba Sauce: een zoete puree van frambozen en rode bessen. En Melba Garniture: gevulde tomaten met kip, truffels en champignons.

Die Nellie. Vier gerechten kregen haar naam. Hoe geliefd!

In 1928 geeft Nellie haar laatste concert in Australië. Ze sterft 3 jaar later. Maar Helen Porter Mitchel leeft verder op het Australische 100-dollar biljet, in de uitdrukking 'more comebacks than Nellie Melba' en op bijna elke menukaart.

Meer over Nellie? In dit filmpje kun je haar horen en zien:

Sinds drie dagen hoor ik bij de Facebookgroep Diepzeeduiken 2015 Chickies. Een clubje dames die ooit - echt heel erg ooit - hun PADI duikdiploma haalden.

Eerste vraagstuk dat door deze 40+ Chickies getackeld moet worden: waar gaan we duiken?

Middellandse Zee, Caribean, Azië?
Criteria: een blauwe zee, talloze kleurrijke vissen, mega-schildpadden, een scheeps-of vliegtuigwrak. Alles is mogelijk. De onderwaterwereld ligt aan onze flippers.

Ik heb nog geen idee ingebracht. Ik ben bang dat als ik dat doe uit de Facebookgroep geknald wordt.

Ik las namelijk iets over een betoverende gezonken stad. Niet - de onbewezen - Atlantis, niet - de wel bewezen - Pavlopetri, niet bij Cuba, Italië, Griekenland, Turkije of ander exotisch oord, maar gewoon in Zeeland. Reimerswaal heet die stad, en ze ligt al eeuwen op de bodem van de Oosterschelde.
(Op de site van Paul de Schipper kun je lezen hoe dat zo kwam.)

Zeeland heeft de meeste verdronken nederzettingen van Europa. Minstens 117 kerkdorpen en tientallen buurtschappen en kapeldorpen zijn door het water opgeslokt. Meer weten? Wikipedia heeft er een mooi lijstje van gemaakt.

Volgens een sage heeft een meermin de ondergang van Reimerswaal voorspeld. De klokken van Reimerswaal zouden door vissers nog steeds te horen zijn in de diepte. En als je naar beneden kijkt kun je de schitterende gouden daken van de stad zien.

Je kunt duiken in de Oosterschelde. Ik heb gehoord dat je op de bodem een oester kunt pakken, opensnijden en dan - slurp - ter plekke op kunt eten. Er schijnen 250 diersoorten daar in het water te leven. Ongetwijfeld wat minder tropisch gekleurd dan op de Caribean, maar je krijgt er wel de klingelende klokken en gouden daken van het toekomstige rijksmonument Reimerswaal bij.

Ik denk alleen niet dat ik de Chickies meekrijg naar de Oosterschelde. Mijn buddy's hebben - vermoed ik zo - liever een Mojito na het duiken dan een Zeeuwse bolus.

Hmm. Ik lust allebei wel.

Even een facebookgroep aanmaken hoor. Iets van Oesterduiken 2015 Bolussen.
En dan maar afwachten of er iemand met me wil afdalen naar Atlantis in Zeeland.

Niet doorvertellen.

Mijn grootvader heeft de wet overtreden, doelbewust nog wel.

En niemand weet ervan. Tot nu. Dit is zijn verhaal.

Het derde kind van mijn opa, een meisje, wordt geboren op 14 augustus 1936. Mijn grootvader is compleet van slag. Wat een ongelukkig moment.

Ik zal zijn probleem uitleggen.

Stel je 1936 voor in een rooms-katholieke gemeenschap in Groningen. Mijn opa leidt de basisschool in het dorp. Hij is daardoor een bekend gezicht in de gemeenschap, iemand die het goede voorbeeld geeft en zijn kinderen streng in het gelid houdt.

15 augustus is Maria Tenhemelopneming, een katholieke feestdag. De dag ervoor moet er gevast worden. Op 14 augustus dus.

Mijn opa is ten einde raad: hoe moet zijn dochtertje later haar verjaardag vieren als er niets lekkers gegeten mag worden?

Hij wacht een nachtje. Hij kijkt nog eens in de wieg en zucht. Zet zijn hoed op, trekt zijn beste jas aan en gaat naar het gemeentehuis. Het is 15 augustus 1936 als hij de ambtenaar vertelt dat hij aangifte van een geboorte wil doen.

'Naam?' vraagt de ambtenaar, 'en naam van de ouders?'
Mijn grootvader antwoordt.
'Geboortedatum?'
'15 augustus.'
'Vanochtend?'
Mijn opa knikt. 'Heel vroeg vanochtend.'

En zo geschiedde. Mijn opa loog - na een afweging tussen zijn keurig voorbeeldschap en de liefde voor zijn kind - over de geboortedag van zijn dochter en onze familie kreeg daarmee een geheim.

Elk jaar op 15 augustus vier ik de verjaardag van mijn moeder. En op 14 augustus denk ik aan mijn opa - die ik nooit heb gekend: wat een held. (en wist hij veel dat we jaren later nooit meer iets deden aan die feestdag Maria Tenhemelopening ...)

Maria Tenhemelopening

Mijn betovergrootmoeder Adriana Rijk wordt op 2 september 1832 geboren in Ovezande, een dorpje in Zuid-Beveland. Ze helpt haar vader - een landbouwer - mee op de boerderij, totdat haar jongere broers en zussen oud en sterk genoeg zijn om haar taken over te nemen, en wordt dan dienstbode.
Ze is 26 als ze in Goes aan de slag gaat bij een manufacturier. Een jaar later keert ze terug naar Ovezande, zwanger van haar baas. Op 9 januari 1860 wordt mijn overgrootvader geboren: Jan Rijk, een bastaardkind. Op zijn geboorteakte staat bij vader N.N.

Wie was hij, de man die Adriana bezwangerde?

Ik wil het weten. Het is uit nieuwsgierigheid - wat was dan mijn achternaam geweest? - maar ook een vorm van gerechtigheid - welke lummel bezwangerde die arme boerendochter en stuurde haar met haar dikke buik naar het Katholieke Ovezande terug?

Nelleke Noordervliet omschrijft de status van een dienstbode in 'Altijd roomboter' als volgt:
130.000 meisjes van eenvoudige komaf verleenden hun diensten aan zo’n 7% van de huishoudens. Het was een vorm van slavernij. Een dienstmeid had veel plichten, maar nauwelijks rechten. Haar juridische status was huisgenoot en als zodanig was de meid ondergeschikt aan het gezinshoofd. Van een geschreven arbeidscontract was geen sprake. 
Dienstboden waren in hun armoe vaak maar een stap verwijderd van het bredere pad der prostitutie. Ze werden zwanger gemaakt door de heren of zonen deze huizes, maar het was bij wet verboden onderzoek te doen of laten doen naar het vaderschap met als doel de vader tot onderhoud te verplichten. Rond de vaderschapskwestie werd een juridisch steekspel opgevoerd, bedoeld om de verwekker uit de wind te houden, bedoeld om de man te vrijwaren van zijn schuld aan de prostitutie. Niet zijn geilheid was het, maar haar veilheid. 

Ik wil het weten.

Dienstbode - Isaac Israëls

De naam Knitel kom ik tegen in oude familiepaperassen, maar er staat verder niets bij. Mijn overleden tante schreef ooit de naam Stieger op, met daarachter de zin 'Is dit de vader van opa.' (maar zonder vraagteken, dus wist ze het of dacht ze het alleen maar...). 

Ik ben de archieven ingedoken: Zeeuwengezocht.nl, Zeeuwsarchief.nl, de krantenbank van ZeelandZoekakten.nl en Wiewaswie, en ontdekte een heleboel:
- Zowel meneer Knitel als meneer Stieger waren manufacturier in Goes toen Adriana zwanger raakte. Tot zover klopt het.
- Meneer Knitel was weduwnaar en 55 jaar.
- Hij had drie zonen, tussen de 19 en 24 jaar oud.
- Die zonen werden alledrie op 19 jarige leeftijd ingeloot voor 5 jaar dienstplicht.
- Meneer Stieger was 23 jaar en trouwde 4 jaar later in Delft.

Verder niets. Dus nu zit ik al de hele tijd te gissen. Was het weduwnaar Knitel, die dolgraag de plaatselijke politiek in wou en in allerlei raden en besturen zat, dus dat bastaardkind echt niet kon gebruiken? Was het een van zijn zonen, die vijf jaar lang de Nationale Militie moest gaan dienen of juist daar net klaar mee was? Of was het toch Stieger? De naam die mijn tante opschreef.

Ik wil het weten.
Mijn eigen whodunnit in de familie.
Ik moet het weten.

Het gemeentearchief in Goes kan me hopelijk helpen. Ik ga er binnenkort naar toe, lekker bladeren in stoffige bevolkingregisters. Ondertussen oefen ik alvast mijn echte naam: Maria Stieger, of Maria Knitel. 
(Hè nee, dat klinkt helemaal niet. Ik blijf gewoon Rijk hoor, waar ik ook op stuit.)
Vanaf de buitenkant is mijn huis gewoon wit. Niets bijzonders. Niet anders dan normaal. Maar binnen spreidt een oranje vlek door het huis, steeds groter en groter, totdat alles - alles - bedolven is door Nederlandse trots en hoop.

Oranje overal
Op de vensterbank

Oranje overal
Wassen wassen wassen

Oranje overal
Stilleven (bovenop de kapstok)

Oranje overal
Knutsel-eet-klets-en-tekentafel

Oranje overal
Elke avond voetballen in de tuin

Oranje overal
We hebben normaal nooooit sinaasappels

Oranje overal
Loombandjes in de badkamer

Oranje overal
Op de bank, op de vloer, op de WC.  Overal!

Oranje overal
Een knutseldingetje - vermoed ik - op de slaapkamervloer

Wat een mooie kleur eigenlijk. Om blij van te worden. Van mij mag de oranje-rommelzooi nog drie weken blijven, of langer, als het helpt.
Het is bijna 100 jaar geleden dat aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk werd omgelegd. Die moord was de aanleiding voor de Grote Oorlog: World War I.

Het is een oorlog waar ik niet veel van af weet - eerlijk gezegd. Ja, wie tegen wie, en termen als 'loopgraven', 'zeppelins' en 'gifgas', net als 'miljoenen slachtoffers'. Maar de laatste tijd komt de oorlog steeds meer tot leven. Steeds dichterbij. Wat is nou 100 jaar?

Gisteren was Diederik van Vleuten met zijn show Buiten schot op tv. Hij vertelde over de tragiek van de Eerste Wereldoorlog aan de hand van een aantal personages. Een bijspijkercursus voor mij, vol van weemoed, ellende en toch ook een beetje humor.

Vandaag is het #WW1archives day. De hashtags #WWI en #WO1 worden op twitter door Nederlandse archiefinstellingen gebruikt om stil te staan bij de Eerste Wereldoorlog. Nederland was neutraal, maar werd betrokken bij de oorlog; door de opvang van 1 miljoen Belgische vluchtelingen, door een - per ongeluk - bombardement op Zierikzee en door asiel te verlenen aan de Duitse keizer en zijn troonopvolger.

Er is trouwens iets wat ik weet over de Eerste Wereldoorlog, en verder (zowat) niemand: Nederland was bijna alsnog de oorlog in geholpen - door deze man:

Wachtmeester Eerste Wereldoorlog

Wachtmeester Kees Rijk. Zie hem daar staan, 19 jaar jong, 4 jaar lang gemobiliseerd. Best een knapperd toch, maar geen beste soldaat, ben ik bang.

Kees kwam bij de artillerie. De kanonnen werden met paarden voortgetrokken en Kees wist als boerenzoon goed met de beesten om te gaan. Hij werd daarom tot Wachtmeester benoemd.
Op een dag aan de grens in Zeeuws Vlaanderen kwamen Duitse vliegtuigjes over. Ze maakten Kees nerveus. De vijand van België! Kees wilde ze neerhalen, spoorde zijn commandant aan om te mogen schieten, die weigerde, maar Kees hield het niet meer, riep 'Laat me het doen!' en schoot - een keer. 
Mis. 
Kort daarna rinkelde de veldtelefoon. Een hoge officier schold de commandant de huid vol: er was geen opdracht gegeven om te schieten. Wachtmeester Rijk mocht terug naar de paarden.
Als het aan Kees had gelegen, was Nederland de oorlog in geholpen. Dan zou ik waarschijnlijk veel meer van De Grote Oorlog af weten. Maar ik ben toch wel blij, dat mijn opa misschoot.
Wel eens koffie in een blauw kopje gekregen?
Dat is een slecht teken, zo heb ik net gehoord.

En wel hierom:
Vroeger kreeg de oudste zoon uit een boerenfamilie de boerderij. Zo was het nou eenmaal. Dikke pech voor de tweede, derde, vierde etc zoon. Dochters waren voor de erfopvolging al helemaal nutteloos. Die mochten alleen melken en karnen en helpen bij het huishouden, maar niet de baas zijn. (dus die boerinnen uit Boer zoekt vrouw bestonden vijftig jaar geleden gewoonweg niet)
Als nou een boer alleen maar dochters had, dan had hij een fiks probleem. Een dochter moest dan DE perfecte schoonzoon schaken, aan wie de boer zijn boerderij toe durfde te vertrouwen. Als de dochter een verloofde mee naar huis nam, om kennis te maken, dan bekeek de boer de jongen als hij aan kwam lopen. Hij praatte met hem en vroeg zijn vrouw om de jongen een kop koffie te geven.

Belangrijke info hierbij: in de zondagse servieskast stond 1 blauw koffiekopje.

Als de boer de jongen nu niet geschikt achtte, dan vroeg hij zijn vrouw het blauwe kopje te gebruiken. De arme verloofde wist wat dat betekende: hij kon meteen afdruipen.

Weer wat geleerd vandaag - nu even een bakkie doen.

koffie
Pfff ik plof even neer. Ik heb net - zo huppakee - 40 minuten hard gelopen. En lekker! Wauw. Het gelukshormoon suist door mijn lijf. Het gezeik van ik heb geen zin, ik wil niet, ik vind er niets aan, bonk, bonk, bonk, met die zware gympen op de keien is weg uit mijn hoofd.

Vorige week rende ik nog hijgend en mopperend amper twintig minuten. Ik kreeg dat gezeik geen seconde uit mijn hoofd. Terwijl ooit (jaaaa ooit - in de tijd dat er hier nog geen kinderen rondliepen) rende ik marathons (New York 2002 en Rotterdam 2004), en vond dat prima te doen.

Ik ren nu omdat ik moet. Omdat ik me heb laten overhalen om met zes vriendinnen mee te doen aan de meidenloop in Utrecht, eind juni lekker voldaan een terrasje pakken na afloop, weet je wel.
Het kan me niets schelen als ik als laatste over de streep kom, maar ik wil niet dat ik dat huilend van de ellende doe. Dat gebeurde me ooit eens, vier maanden na een keizersnede en in een borstvoeding-bh bleek een 5 km-loopje toch iets te ambitieus.

Ik heb daarna gezworen nooit meer hard te lopen. Want behalve dat gehuil aan de finish, kreeg ik van al dat lopen een krakende knie en ingevallen wangen. (en bleek ook nog eens dat die tig verzamelde medailles helemaal niet mooi in een kerstboom hangen)

Maar goed. Ik ben dus om. Vanwege dat terrasje. Zonder Evy trainingsmaatje, zonder Runnersworld magazine, en zelfs zonder mijn i-pod met veel Queen en George Michael en als afsluiting in de Hardlopen-playlist natuurlijk Eye of the Tiger. Ja, zo voel ik me nu een beetje, als Rocky, zoals hieronder:

Ik vroeg mijn moeder om een kookboek, maar kreeg HET BOEK VOOR MOEDER EN DOCHTER: volledig onderricht in alles wat eene vrouw, als huishoudster en moeder, dient te weten. Mijn moeder had het ooit van haar moeder gekregen.

het boek voor moeder en dochter

Auteur: een R.K. Priester (geen naam), publicatiedatum 1906-1923, oplage: 74.000

Ik citeer uit het hoofdstuk Kookkunst:
Konijnensoep
De konijnen goed schoonmaken en een nacht in 't water zetten. Dan aan stukjes snijden en op gewone wijze bouillon van trekken.

Uit het hoofdstuk Geestelijke opvoeding van het Kind:
In het kinderhart sluimert de drang naar het kwaad, daar liggen de kiemen tot velerlei zonden en ondeugden. Welnu, dat kwaad, als het onkruid op een vruchtbaren akker, moet uitgeroeid worden!

Over Zindelijkheid:
Wil de vrouw haren man na volbrachten arbeid thuis houden, wil zij hem afhouden van den drank, dan zorge zij dat hare woning kraakzindelijk en daardoor aantrekkelijk zij.

Uit het boek viel een kaart, geadresseerd aan mijn oma. Er stond 'Hartelijk gefeliciteerd' op met daaronder de namen van haar nichtjes. De kaart was verstuurd vlak voor haar trouwdag en toont een vrouw die - voor die tijd - eerder zinnelijk dan zindelijk oogt.

zinnelijk

Dit boek moet een grapje geweest zijn. Om mijn oma te plagen met haar aankomende burgerlijke stand. Ik heb mijn moeder of haar moeder ook nooit konijnensoep zien maken of met wantrouwen naar mijn kinderhart zien staren. Gewoon een grapje van de nichtjes.
Ik hoop het. Want zenuwachtig word ik er wel van; bij het zitten mag men niet de beenen over elkaar leggen of ze rusteloos heen en weer bewegen (ik kan helemaal niet anders). Een verstandige vrouw heeft een kist voor beenderen (iiieh!). Koop geen zaken, die gij niet noodig hebt (oh oh).

Hoogste tijd om HET BOEK door te geven.

Een geluk dat mijn dochter over twee weken jarig is.